Warden Oom 1861 – 2011

Het is alle inwoners van Beselare ondertussen ongetwijfeld al opgevallen. 2011 staat in Beselare in het teken van de herdenking van de schrijver Warden Oom. Naar aanleiding van dit jubileum plannen zo’n 30 verenigingen, scholen en de gemeente Beselare (onder impuls van vzw De Wratte) een reeks activiteiten rond Warden Oom, het ganse jaar door. Ook wij als Harmonie Beselare dragen ons steentje bij, maar later meer daarover. Wie op zoek is naar meer informatie, kan terecht op www.wardenoom.be. Maar ook hier zult u regelmatig op de hoogte worden gehouden van nieuwe initiatieven rond Warden Oom. Maar eerst en vooral vervullen we graag onze educatieve plicht en stellen we jullie Edward Vermeulen even voor.

Edward Vermeulen werd op 19 april 1861 op de hofstede “De Navegheer” te Beselare, een deelgemeente van Zonnebeke geboren. Opgroeien in de ‘Tooveressenparochie’ bleek een grote invloed te hebben op zijn latere werk. In deze gemeente, waar aan volksverhalen en legendes geen gebrek is, kon hij als Warden Oom volop inspiratie opdoen.

Zijn jeugdjaren in Hooglede

In 1865 verhuisde het gezin naar Hooglede. Edward groeide op in een boerenfamilie. Ze kenden een eenvoudig, maar hard bestaan. Veel leed werd enigszins verzacht dankzij de liefde voor verhalen van vader August. Op vele winteravonden zaten de Vermeulens, samen met de meiden en de knechten, in een grote kring rond de open haard. Vader vertelde verhalen of las voor uit zijn boek. De kleine Edward luisterde met open mond… Ook hij kreeg de smaak van het vertellen te pakken. Al op jonge leeftijd schreef hij zijn eerste verzen en korte verhalen. Na eerst ‘de bewaarschool’ en daarna de gemeenteschool doorlopen te hebben, ging Edward studeren aan het Klein Seminarie te Roeselare.

Klein Seminarie

Hij maakte als leerling ‘de Groote Stooringe’ mee. Deze studentenopstand vond plaats op 28 juli 1875 en werd geleid door Albrecht Rodenbach en Julius De Vos. Het was een opstand tegen het gebruik van het Frans in het onderwijs in Vlaanderen. Een aantal Vlaamsgezinde leraars, zoals Hugo Verriest, inspireerden hun studenten door de werken van Guido Gezelle en andere Vlaamsgezinde schrijvers en kunstenaars. Rodenbach schreef zijn lied ‘De Blauwvoet’ omwille van een alsmaar meer verfransend Vlaanderen. De Superior verbood het zingen van Vlaamse liederen op school, maar de Blauwvoet was toch erg populair in het Klein Seminarie. In juli 1875 lieten de studenten ‘de Groote Stooringe uitbreken’. Ze noemden zich de Blauwvoeters en wilden bewijzen dat het ‘dode Vlaanderenland’ nog erg levendig was. De Blauwvoet stond symbool voor de Jan-Van-Gent, een vogel die als boodschapper van storm geldt, waardoor vissers vroeger liever thuisbleven als de blauwvoet uitvloog. ‘De Groote Stooringe’ was een kleine opstand, maar de revolte kende een geweldige weerklank in heel Vlaanderen. Vanaf dan was de strijd voor de vernederlandsing van het middelbaar onderwijs niet meer te stoppen. Rodenbach en zijn medestudenten vormden de eerste Vlaamse katholieke studentenbeweging, die een stuwende motor zou worden in de strijd voor de rechtmatige ontvoogding van het Vlaamse volk, voor de erkenning van de Vlaamse taal en de bevestiging van de Vlaamse nationale waarden.

Edward was echter een dromer, en geen schitterend student. Hij scheerde nergens hoge toppen, behalve bij opstel. Edward besloot dan ook om midden in zijn vierde jaar te stoppen met studeren. Na een korte ziekteperiode thuis kreeg hij de smaak van de boerenstiel te pakken, hij zei het Klein Seminarie vaarwel en bleef tot zijn achtendertigste op de ouderlijke boerderij werken.

Zijn verdere leven in Hooglede

In 1898 werd Edward Vermeulen gemeenteontvanger van Hooglede. Edwards broer nam het roer over op de ouderlijke boerderij. Edward verhuisde met zijn ouders naar de dorpsplaats van Hooglede. Vermeulen werd als stadsontvanger meer en meer een belangrijke medewerker van zijn goeie vriend en burgemeester Omer Karel De Laey. Het was uiteindelijk De Laey die Warden Oom, ondertussen 50 jaar geworden, ervan overtuigde zijn eerste roman ‘Herwording’ uit te geven. In talrijke romans die zouden volgen, spraken zijn sociale bewogenheid, in het bijzonder voor de grensarbeiders, een sterke religieuze overtuiging en een overtuigde Vlaamsgezindheid.

Edward Vermeulen was als publicerend schrijver een laatbloeier… De oorzaak van de start op latere leeftijd kan op diverse fronten gezocht worden. Enerzijds slaagde hij er met zijn werk als gemeenteontvanger niet in om volledige dagen te vullen. Hij schreef en publiceerde in zijn vele vrije tijd meerdere gedichten. Zijn verzenmakerij, hoe pittig en koddig soms ook, was toch maar een proefje, een tijdverdrijf uit eigen genot, “om toch niet den hele dag te moeten zitten kijken naar het haantje van den toren, waaronder hij woonde”.

Anderzijds kan de motivatie tot schrijven gelinkt worden aan een aantal emotionele gebeurtenissen in zijn leven. In de eerste plaats het overlijden van zijn ouders. Edwards vader stierf in 1903, zijn moeder in 1907. Vader en moeder eens gestorven, overviel hem een soort heimwee naar de vrije natuur en naar het gezelschap van het landvolk. Om deze heimwee te sussen, begon hij zich toe te leggen op letterkunde. Hij wilde zijn gevoelens, frustraties en ervaringen op papier zetten. Het getuige zijn van een brutale moord, en het feit dat hij in de zomer van 1918 in de gevangenis van Turnhout terecht kwam op aanklacht van anti-Duitse praktijken, maakten op Edward Vermeulen een diepe indruk. Om deze negatieve ervaringen een plaats te kunnen geven in zijn leven, zocht en vond hij in het schrijven een belangrijke uitlaatklep.

Warden Oom werd op latere leeftijd voorzitter van “het Werk der Vlamingen”, dat opgericht was door pastoor Denys en geestelijke steun gaf aan de talrijke Vlaamse arbeiders in Noord-Frankrijk. In het blad van “het Werk der Vlamingen” schreef hij onder het pseudoniem Warden Oom. Hij schreef ook voor plaatselijke bladen onder die naam. Hij was ook een tijd mede-uitgever van de volksalmanak ’t Manneke uit de Mane. Edward Vermeulen schreef een merkwaardig oeuvre van 23 romans en een uitgebreid aantal teksten en verzen bijeen. Edward Vermeulen stierf te Hooglede op 6 juli 1934.

Beselare moet, ondanks zijn korte verblijf, een indruk nagelaten hebben op Warden Oom, want in verschillende van zijn werken zijn er verwijzingen naar zijn geboortedorp terug te vinden. In zijn boek “Het Betoverd Hof” verwerkte hij bijvoorbeeld het verhaal van Babbe van d’Eijerpanders. Ook andere typische volksfiguren kwamen aan bod. Op die manier droeg Warden Oom bij tot de reputatie van Beselare als heksendorp. Een reputatie die eind de jaren 1950 leidde tot de heksenstoet.

(tekst www.wardenoom.be)

 

Eén antwoord op “Warden Oom 1861 – 2011”

Reacties zijn gesloten.